Antwerpen wil een ecosysteem van ecosystemen worden

pilootprojecten
Openbaar domein

In Antwerpen gonst het van de innovatie. Hub na hub steekt de kop op, en daarbij komen telkens weer dezelfde spelers terug: universiteit, haven en stadsbestuur. ‘Je kunt dit als stad niet zelf creëren, maar je kan wel zorgen voor de nodige structuren.’

‘Ecosysteem’: dat woord valt voortdurend. Er is er eentje rond The Beacon, bij BlueChem en BlueApp voelen ze zich ook zo, en allemaal samen met Universiteit Antwerpen en hogescholen, en openbare besturen als stad en provincie die ook overal betrokken zijn, vormen ze zo een ecosystemen van ecosystemen. ‘Triple helix’ noemt general manager Michaël Geelhand de Merxem van The Beacon die samenwerking tussen academische wereld, industrie en bestuur.

Want dat is waar het in zijn toren – een echt baken in de stad maar zoveel meer dan dat – om draait: een honderdtal techbedrijven heeft de vzw onder de vleugels, en door van hen één gemeenschap te maken die   meer deelt dan wat netwerking, wil The Beacon voor meerwaarde zorgen. ‘Net door er ook kennisinstellingen en bestuur bij te betrekken, krijg je een veel diepere werking’, zegt Geelhand de Merxem. ‘Daarbij spiegelen we ons aan het ideaal van de Griekse agora waar iedereen samenkwam, elkaar ontmoette en ideeën uitwisselde.’

Hij geeft het voorbeeld van een economische missie uit Mississippi die recent op bezoek kwam. ‘Het programma voor die dag in elkaar steken kostte niet meer dan een paar uur en een paar telefoontjes. Net omdat we elkaar allemaal kennen en weten te vinden, ging dat zo gemakkelijk. Een agenda ontstond vanzelf bottom-up vanuit de leden.’

‘Op die agora vond je ook de beste vaklui’, gaat Geelhand de Merxem verder, ‘en zo willen wij de beste   bedrijven in bepaalde technologietakken verzamelen. Zodat je weet waar je voor pakweg dronetechnologie  moet zijn. Bij Helicus, bijvoorbeeld, één van de vele bedrijfjes bij ons die zich met die technologie bezighouden en onderzoeken of je bloedtransport van ziekenhuis naar ziekenhuis veilig door de lucht kunt organiseren. Het is vanuit onze toren dat ze hun proefvluchten verderop in de haven begeleiden.’

Circulair district

Waarmee we aan een andere belangrijke speler zijn aanbeland: het recent tot Port of Antwerp-Bruges gefusioneerde Havenbedrijf. Dat heeft zich voorgenomen om tegen 2050 de grootste klimaatneutrale haven te zijn, en daarvoor rekent het op de nieuwste technologieën. Tussen de vele dokken worden daarvoor op dit moment de terreinen van de voormalige Opelfabriek klaargestoomd tot ‘NextGen’-district. ‘We hadden die 88 hectare perfect aan een grote klassieke speler kunnen verkopen die er een zoveelste opslagloods zou neerzetten’, zegt woordvoerder Lennart Verstappen, ‘maar net omdat we die doelen willen halen, verkozen we  er liever expliciet op innovatie in te zetten. Het moet een hub voor circulaire energie worden, die in tandem werkt met de al aanwezige industrie. Zo heeft de start-up TripleHelix plannen om hier een fabriek voor polyurethaanrecyclage neer te zetten. Ze zouden oude matrassen en petflessen hier dan verwerken tot polyolen die als nieuwe grondstof voor de chemische bedrijven wat verderop kunnen dienen.’

Verderop in de haven is het oude afvalstort van De Hooge Maey omgeturnd tot een installatie die methaan uit  de grond opvangt. Op de hellingen wordt met zonnepanelen energie opgewekt. ‘Dat past allemaal in ons multi- brandstoffenverhaal’, zegt Verstappen. ‘Zo hebben we ook al sleepboten op waterstof en methanol, en willen we ook ons aandeel doen in de productie van groene waterstof en het opvangen en opslaan van CO2. Daarvoor werken we samen met grote spelers als Ineos, BASF en TotalEnergies.’

Speeddate-avonden

In het centrum van Antwerpen vinden tech-start-ups elkaar dan weer in het tot Dunden omgedoopte voormalige start-up village. Iris Delafortry en Margot Hermans zorgen er in concessie van Stad Antwerpen voor een omkadering en een communitywerking waardoor de acht start-ups die er onderdak vinden, ook daadwerkelijk met elkaar in gesprek gaan. Dat vele van hen rond health tech draaien is geen toeval, daarvoor wordt dan weer de handen in elkaar geslagen met het BlueHealth Innovation Center, dat hier zijn Antwerpse vestiging heeft.

‘Door onze specifieke focus op de zorgwereld, gebeurt het vaak dat wij heel vroeg aan de slag gaan met een bedrijf’, vertelt regional manager Kim Luyckx van BlueHealth Innovation Center. ‘Soms gaat het gewoon om iemand uit de sector, zonder ondernemerservaring, die een nood ziet, en ons vraagt om die te helpen oplossen. Met speeddate-avonden met partners en andere start-ups, incubatietrajecten en netwerking-events willen we hen vervolgens helpen in hun groei en ontwikkeling.’

Piloothal

In de BlueChem-incubator komt het allemaal samen: de noden van de chemische industrie in de haven, de wetenschappelijke innovaties die aan de universiteit zijn ontwikkeld, en de stad, die daar de mogelijkheden voor schept. In het moderne gebouw aan de rand van natuurgebied Hobokense Polder doen jonge bedrijven onderzoek naar de recyclage van afvalmaterialen, het ontwikkelen van nieuwe, lichtere materialen, en ga zo maar door. ‘Op die manier willen we bijdragen aan de Antwerpse chemiesector’, zegt manager Liesbet Boogaerts, ‘maar dan op duurzame wijze. Want welk probleem je ook bekijkt in dat kader, altijd zie je dat de chemie betrokken partij is.’

In het BlueApp-gebouw naast de deur, nog volledig in aanbouw, wil de Universiteit Antwerpen dan weer zijn kennis valoriseren, meer bepaald rond duurzame materialen. De link met BlueChem is duidelijk. ‘Door dat via een aparte organisatie te doen, die dichter bij de bedrijven staat, willen we ook hier meerwaarde creëren’, zegt Quinten Vanavondt. ‘We willen partijen samenbrengen rond onze onderzoeksexpertise, en door demonstratiemogelijkheden op te zetten die verder gaan dan wat aan de universiteit gebeurt, willen we technologie kunnen tonen die al wat matuurder is dan een puur laboratorium-experiment. Daarom komt in ons gebouw ook een piloothal van zeven meter hoog waarin grotere opstellingen mogelijk zijn.’

‘Als je innovatie wil, moet je spelers bij elkaar brengen’, besluit schepen voor economie, werk, innovatie, industrie, digitalisering Erica Caluwaerts. ‘Anders kan het zijn dat bedrijven naast elkaar hetzelfde water  proberen uit te vinden. Door hen te laten samenwerken, ook met anderen en partners, krijg je daar dynamiek in. Als stad kun je dat niet zelf creëren, maar je kunt wel een neutrale partner zijn, die met iedereen kan praten.

Een regisseur? Ik denk meer aan een rol als facilitator, want als je innovatie een kans wil geven om zich te ontwikkelen, heb je structuren nodig die ruimte daarvoor hebben, en die vernieuwing ook bestendigen. En dat is wat wij proberen te doen door hubs als BlueChem of Dunden te ondersteunen.’

Deel dit bericht: