Eerste resultaten van de Antwerpse praktijktesten

pilootprojecten
Openbaar domein

Meerderheid van makelaars discrimineert niet op etnische herkomst. Rolstoelgebruikers zijn het grootste slachtoffer van discriminatie op de huurmarkt. Er is geen discriminatie op grond van seksuele geaardheid.

De praktijktesten zijn een speerpunt in de strijd van de stad Antwerpen tegen verschillende vormen van discriminatie. De eerste resultaten van de nulmeting door een onderzoeksteam van de VUB leveren een genuanceerd beeld op. Kandidaat-huurders van etnische herkomst worden in 19% (mannen) en 15% (vrouwen) van de gevallen gediscrimineerd. Goed nieuws is dat 6 op 10 van de makelaars niet discrimineert. In Antwerpen wordt naar seksuele geaardheid zelfs structureel niet gediscrimineerd. Slechter nieuws is dat rolstoelgebruikers in 36% van de gevallen niet worden uitgenodigd ook al kandideren ze voor een appartement op het gelijkvloers. Naast etnische verschillen zijn er ook opvallende genderverschillen. Zo worden Belgische mannen vaker uitgenodigd dan Belgische vrouwen.

Voor het eerst in België kunnen door de gehanteerde Antwerpse methode gefundeerde uitspraken gedaan worden over de mate waarin makelaars discrimineren op etnische gronden. Meer dan de helft van de makelaars discrimineert zelden of nooit. Aan de andere kant discrimineert 18% van de makelaars consequent tegen etnische minderheden. Een tussengroep discrimineert af en toe.

Schepen voor gelijke kansen Karim Bachar: “Dat er gediscrimineerd wordt op de Antwerpse huurmarkt is geen nieuws. Maar dankzij de praktijktesten hebben we nu een scherper beeld. Samen met de makelaars en hun belangenvereniging gaan we nu actie ondernemen. In het verbetertraject zullen we opnieuw, aangekondigd, metingen uitvoeren. Zo weet iedereen waar hij aan toe is en hoeven we in Antwerpen niet te sanctioneren of gebruik te maken van juridische praktijktesten.”

De praktijktesten werden uitgevoerd door het onderzoeksteam van professor Pieter-Paul Verhaeghe van de VUB. Er werden 3500 testen uitgevoerd bij 280 makelaars.

Vastgoedmakelaars werden getest op discriminatie op basis van etnische herkomst, mentale en fysieke handicap, gender en seksuele oriëntatie.

Resultaten

Voor rolstoelgebruikers werd alleen getest bij panden op het gelijkvloers of met een lift, en met vermelding van het aanbod om redelijke aanpassingen uit te voeren op eigen kosten. Toch werd in 36% enkel de testkandidaat zonder fysieke beperking uitgenodigd.

Uit de resultaten blijkt ook dat 41% van de makelaars die antwoordden op verzoeken om een woning te bezoeken, discrimineert op basis van etnische herkomst. “We stellen vast dat een groep van 18% van de makelaars systematisch discrimineert tegen etnische minderheden. Dit zijn makelaars die allicht bewust discrimineren ”, verduidelijkt professor Verhaeghe, “Een tweede groep van 23% discrimineert af en toe. Mogelijk speelt hier ook onbewuste discriminatie of discriminatie op vraag van de klant. Het effect op de kandidaat-huurders is natuurlijk hetzelfde. ”

Gevolg is dat mannen met etnische herkomst in 19% van de tests niet werden uitgenodigd, terwijl de mannen met een Vlaamse naam wel de woning kon bezoeken. Bij vrouwen met etnische herkomst is dat 15%. Er zitten aanzienlijke verschillen tussen de herkomstgroepen. Mannen met een Turkse naam worden het vaakst (26%) gediscrimineerd, gevolgd door mannen met een Marokkaanse naam (17%), een Congolese (12%) of Roemeense naam (8%).  

Opvallend is ook dat naarmate makelaars actiever zijn op de Antwerpse huurmarkt, de mate waarin ze discrimineren daalt.

Bij homoseksuele en lesbische koppels en kandidaat-huurders met een mentale beperking werd geen structurele discriminatie vastgesteld.

Karim Bachar, schepen voor gelijke kansen: “Het is niet de bedoeling om met de vinger te gaan wijzen. Wel willen we voluit gaan voor een aanpak waarmee we effectief discriminatie indijken. Dat 6 op 10 makelaars de kandidaat-huurders met een etnische herkomst op een correcte manier behandelen is positief. Maar dat er een groep blijft die wel discrimineert is daarom niet minder problematisch. Van professionele makelaars verwacht ik dat ze allemaal de wet kennen en naleven.”

Een gefaseerde teststrategie

De stad Antwerpen koos van de bij de start voor een duidelijke en gefaseerde teststrategie.

  • De resultaten van vandaag zijn de nulmeting die gebeurden zonder medeweten van de makelaars.
  • Nu start de tweede fase waarin in overleg met de sector een verbeterplan wordt uitgerold met concrete acties om makelaars te informeren en te trainen op basis van juiste informatie, wettelijke bepalingen en getuigenissen. Zo worden makelaars zich bewuster van hun gedrag. Tegelijk wordt al een sensibiliserende opvolgmeting uitgevoerd: er wordt opnieuw getest maar de makelaars worden hiervan verwittigd.
  • Na afloop van het verbeterplan volgt na enige tijd de finale opvolgmeting zonder voorafgaande bekendmaking, zoals bij de nulmeting.

Op deze manier is het stadsbestuur ervan overtuigd dat sanctionerende, juridische praktijktesten niet nodig zijn. In deze visie zijn praktijktesten immers geen flitspalen. Met de gefaseerde testcyclus daalt het aantal makelaars die discrimineren immers systematisch.

Hoe wordt er concreet getest

De onderzoekers werken met correspondentietesten. Concreet betekent dit dat twee kandidaat-huurders reageren op een huuradvertentie op Immoweb of Zimmo met de vraag of ze het pand in kwestie kunnen bezoeken. De berichten die uitgestuurd worden zijn quasi hetzelfde, enkel de kandidaat-huurders verschillen op vlak van één van de vooropgestelde discriminatiegronden.

Een voorbeeld is een kandidaat-huurder met een Marokkaans klinkend naam en een kandidaat-huurder met een Vlaams klinkende naam die op dezelfde advertentie reageren. Kortom: hebben Mohamed en Fatima minder kans om uitgenodigd te worden voor een plaatsbezoek dan Michiel en Katrien?

De onderzoekers registreerden de reacties van de makelaars via mail, en voor het eerst ook de reacties per sms en voicemail. Daaruit werd dan opgemaakt wat de uitnodigingskans voor de verschillende doelgroepen is. Jurgen Vansteene, Beroepsinstituut voor Vastgoedontwikkelaars: “Het BIV, de beroepsorde waarbij elke vastgoedmakelaar in ons land moet aangesloten zijn, beklemtoont dat elk geval van discriminatie er één te veel is. Uit de testen blijkt dat een meerderheid (6 op de 10) van de Antwerpse vastgoedmakelaars zich correct aan de anti-discriminatiewetgeving houdt, maar het moet beter. We merken dat het vooral de kleinere vastgoedkantoren zijn, die zich weinig met verhuur bezighouden, die minder goed scoren. Het is belangrijk dat iedere objectief geschikte kandidaat ook effectief kans maakt in het selectieproces op de huurmarkt. Een professioneel handelende vastgoedmakelaar maakt hier ook werk van. We geloven dat er vooral in het vinden van een juiste houding naar discriminerende vragen van eigenaars nog heel wat winst te boeken is. Het BIV blijft daarom haar leden via diverse kanalen informeren rond anti-discriminatie, maar zet ook verder in op sensibilisering en op gerichte e-learnings en vormingen. Laat er geen twijfel over bestaan: wie discrimineert, riskeert een tuchtsanctie. Deze kan gaan van een waarschuwing tot een permanent beroepsverbod. Iedereen kan een klacht indienen en deze wordt altijd zorgvuldig behandeld.”

Deel dit bericht: