Antwerpen De slechte staat van de Van Wesenbekestraat in Antwerpen is al lang een doorn in het oog van het stads- en districtsbestuur.
Alleen ligt de bal in het kamp van De Lijn, maar daar beweegt niets. “Ik ben daar misnoegd over”, zegt Erica Caluwaerts (Open Vld), schepen van Openbaar Domein. Volgens De Lijn ligt een deel van de verantwoordelijkheid bij de stad zelf.
Sacha Van Wiele
De Lijn is volop bezig met het vernieuwen van de tramsporen van tramlijn 12. Alleen zit de Van Wesenbekestraat niet mee in deze werken. Dat vindt Groen-gemeenteraadslid Ilse van Dienderen merkwaardig, zeker gezien de slechte staat van deze straat.
Dit beaamt ook schepen Caluwaerts. Straten worden naargelang de staat van het wegdek onderverdeeld in A-, B-, C- en D-straten. Waarbij A staat voor in perfecte staat en D in zeer slechte toestand. De Van Wesenbekestraat krijgt de kwalificatie C.
Door de tramsporen in deze straat ligt de verantwoordelijkheid van een heraanleg bij De Lijn. Alleen ziet Caluwaerts geen beweging.
“Al in 2019 hebben we bij De Lijn aangedrongen om mee te werken aan de heraanleg”, zegt Caluwaerts. “Het excuus was toen dat er geen budgetten waren. Het district herhaalde die vraag in 2021, maar ontving nog geen antwoord. Dit is niet alleen jammer, maar ook vervelend en ik ben daar echt wel misnoegd over. De Lijn is weinig constructief.”
Caluwaerts gaat dit nu aankaarten bij Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld). Kasseien
De Lijn zegt aanzienlijke herstellingen op afzienbare tijd te plannen. Dat de Van Wesenbekestraat nu nog niet wordt aangepakt, komt omdat de tramsporen nog in goede staat zijn. Bovendien werden vorig jaar nog herstellingen uitgevoerd.
“Wat wel aan vernieuwing toe is, is het wegdek met kasseien aan weerszijden van de sporen”, zegt Karen van der Sype, woordvoerder De Lijn. “Bij de heraanleg van de straat indertijd werd door de stad geopteerd voor kasseien. Dat had niet de voorkeur van De Lijn omdat het spoor beweegt en kleinschalige elementen, zoals de kasseiverharding, hierdoor loskomen. Beton zou beter zijn geweest, want dat is minder onderhevig aan putvorming en beschadiging.”